Hoi! Leuk dat je meeleest. In de rubriek PsychoWijsheden schrijven we over verschillende veelvoorkomende onderwerpen waar kinderen en hun ouders mee te maken krijgen. Als we tegen dingen aanlopen helpt het vaak al om beter te begrijpen waarom iets gebeurt of waar het vandaan komt. Opgroeien en opvoeden is knap lastig en wij helpen je graag om jezelf of je kind een beetje beter te begrijpen. Daarnaast geven we praktische tips, waar je hopelijk iets aan hebt!
Mindset. Een begrip dat we allemaal kennen, maar wat is dat mindset nou eigenlijk? En waarom is het belangrijk om hier al vanaf jonge leeftijd aandacht aan te besteden?
De definitie van mindset is als volgt: “Een mindset is een denkstijl of geesteshouding die bepaalt hoe je naar jezelf en je kwaliteiten en vaardigheden kijkt”. We weten dat de gedachten die we hebben over onszelf en de wereld grote invloed op ons gedrag uitoefenen. Onze mindset speelt zodoende (veelal onbewust) de baas over wat we doen. Om die reden is het handig om te weten wat voor soort mindset je kind heeft (of jij zelf hebt). Het kan namelijk een verklarende factor zijn voor gedrag.
Carol Dweck is een Amerikaanse psychologe die al meer dan 30 jaar onderzoek doet naar dit onderwerp. Zij schreef hierover (naast een heleboel wetenschappelijke artikelen) het boek Mindset – Verander je manier van denken om je doelen te behalen. Dweck onderscheidt twee basisvormen van mindset. De vaste (fixed) mindset en de groei (growth) mindset.
Kinderen met een vaste mindset hebben het idee dat talent is aangeboren en intelligentie onveranderlijk is. Deze kinderen vinden het belangrijk om te laten zien dat ze dingen goed kunnen of willen graag slim overkomen. Ze vermijden daarom uitdagingen en willen het liefst alleen dingen doen waarvan ze zeker weten dat ze het kunnen. Als iets moeilijk is, worden deze kinderen erg onzeker en angstig. Ze kiezen dus liever een makkelijke taak die ze goed kunnen volbrengen. Sterker nog: het idee dat ze hard zouden moeten werken voor een moeilijke taak, dat ze het niet in één keer zouden kunnen, betekent al een mislukking. Een kind vermijdt zo’n taak daarom. Dan kan het niet door de mand vallen. Faalangst komt veel voor bij kinderen met een relatief vaste mindset.
Kinderen met een groei mindset gaan ervan uit dat je je eigen intelligentie kunt ontwikkelen door te leren en dat je ergens goed in wordt door veel te oefenen. Deze kinderen willen graag bijleren en vinden het niet erg om te laten merken dat ze iets nog niet weten. Uitdagingen maken dat deze kinderen hard gaan werken en blijven doorzetten. Hierdoor voelen deze kinderen zich slim of bekwaam. Ze hebben veel plezier in het aanpakken van moeilijke taken en weten dat fouten maken helpt om ergens beter in te worden. Ze kunnen goed omgaan met kritiek en complimenten en leren daarvan.
Mindset is aangeleerd. Deze ontwikkelt op basis van de interactie met- en voorbeelden uit de omgeving. De manier waarop thuis gepraat wordt over prestaties of complimenten worden gegeven, hoe streng je als ouder voor jezelf bent of culturele stigma’s over goed en fout dragen allemaal bij aan de mindset die een kind ontwikkelt.
Een vast mindset ontwikkel je vaak als jouw prestaties of talenten gekoppeld worden aan je gevoel van eigenwaarde. Dit kan bijvoorbeeld door veel kritiek of complimenten te krijgen over wie je bent: “Wat goed van je, je bent een slimmerd!” “… is echt de beste van de klas.” “Ja, ze is nou eenmaal een geboren….” Of over je prestaties, zoals “Heel goed gedaan!”, terwijl je er misschien maar weinig moeite voor had gedaan. Daarnaast nemen kinderen veel gedachten en gedrag over van hun belangrijkste voorbeelden (lees: ouders). Hoe streng je voor jezelf bent en de mate waarin je moeilijke uitdagingen aangaat heeft een direct effect op wat je kind gelooft. Één actie zegt meer dan duizend woorden: je kind aanmoedigen om dingen te proberen, maar dit zelf niet doen of durven in lastige situaties is daarom helaas weinig effectief.
Een groei mindset ontwikkel je door kritiek of complimenten te krijgen over het proces: “Wat knap, je hebt je lang kunnen concentreren bij deze taak. Wat ben je een eind gekomen!” Of over de geleverde inzet: “Wat heb jij hard gewerkt! Super goed dat je dat geprobeerd hebt.” Het woordje nog is de sleutel als iets mislukt. Je kunt iets nog niet, maar je kunt er wel beter in worden! Ook is het belangrijk dat je telkens gewezen wordt op het feit dat intelligentie of talent niet het belangrijkst is, maar dat je inzet en het plezier om iets nieuws te leren uiteindelijk bepalend zijn voor de uitkomst.
Prijzen, complimenteren en aanmoedigen in groeitaal kan best even wennen zijn! Het is dus ook helemaal niet erg als dit niet honderd procent van de tijd lukt. Het gebruik van groeitaal helpt je kind (en jou) om de focus te verleggen van de prestatie naar het proces. Het beginnen aan of bezig zijn met iets moeilijks wordt hierdoor al een succeservaring! Daarnaast helpt het om samen met je kind nieuwe of lastig (lijkende) dingen te proberen. Ervaar samen dat je ook plezier kunt hebben als iets niet meteen lukt of perfect gaat én dat je door oefening steeds een beetje beter wordt.
Hier PsychoWijs Groeitaal vind je een aantal groeitaal-complimenten die je meteen in de praktijk kunt brengen.
Heel veel succes!
P.S. Platform Mindset heeft een mooi document gemaakt vol handige groeitaal tips (gericht op leerlingen) die ook voor thuis behoorlijk handig zijn: https://platformmindset.nl/download-docs/47-suggesties-voor-Groeitaal-nw.pdf . Daarnaast vindt je op http://platformmindset.nl nog veel meer handige (gratis) downloads!
0 Reacties